WooCommerce Products Filter
toon de blokken hulp

Bloem kleur

Hoogte

Standplaats

Bloei periode

Product Vocht

Kermerken

Campanula - Klokjesbloem


Het voordeel van het opschrijven, in plaats van uitspreken, van plantennamen is dat de klemtoon niet meer uit maakt. Campanula of Campanula. Ik vind de tweede uitspraak zo raar klinken, maar het is maar net wat je gewend bent. Sowieso is mijn uitspraak van plantennamen discutabel. Ik heb, al dan niet geholpen door dyslexie, vaak een net iets andere naam in mijn hoofd. Het is wel grappig dat als ik een foutieve naam toevoeg op mijn website, Google dat beloont met een eerste plaats in de zoekresultaten.

Campanula is een groot geslacht, veel te groot om de planten ervan hier allemaal te beschrijven. Ze zijn ook lang niet allemaal geschikt om in de border te planten. Er zijn een- en tweejarige soorten, maar de meeste zijn vaste planten. Er is een grote groep campanula’s die uit de bergen komt en alleen in de rotstuin wil groeien. De meeste hiervan verdragen alleen volle zon en willen een droge standplaats hebben.

Voldoende licht

Om uitbundig te kunnen bloeien hebben campanula’s toch wel een halve dag direct zonlicht nodig. Bij meer schaduw is de bloei wat bescheidener en zullen de planten langer worden omdat ze naar het licht toe willen groeien. Als de planten dan niet gesteund worden zullen ze omvallen. Wat ik vaak doe is de planten aan het eind van de lente een flink stuk terugknippen. Je krijgt dan bossige planten die veel beter overeind blijven staan. Hoe lager je ze afknipt, hoe later ze zullen bloeien. Als je ze onregelmatig terugknipt krijg je dus ook een langere bloeiperiode.

Bij de lage Campanula soorten heb je natuurlijk geen last van omvallen. Enkele kruipende soorten zijn ijzersterk en prachtig langs verhoogde muurtjes of grote potten waar ze over de rand kunnen hangen. Campanula portenschlagiana en C. poscharskyana zijn goede lage soorten die bovendien ook schaduw verdragen.

Uitzaaien

Campanula heeft vaak de neiging om zich flink uit te zaaien. Dit is een eigenschap om rekening mee te houden. Als je bijvoorbeeld C. rapunculoides (Akkerklokje) of C. trachelium (Ruig klokje), in je tuin introduceert dan is het vrij lastig om hem weer kwijt te raken. Als je het niet te veel werk vind, kan je ze na de bloei terug knippen om uitzaaien te voorkomen. Dit zorgt voor een bescheiden herbloei. Voor een wilde, natuurlijke tuin zijn zaailingen natuurlijk geen enkel probleem. De meeste planten komen uit zaad soortecht terug.

Over het algemeen gesproken houden campanula van goed gedraineerde, vochtige grond. Te natte grond zal de planten geen goed doen. De bodem moet neutraal of het liefst kalkhoudend zijn. Echte schaduwplanten zou ik ze niet willen noemen, maar enkele soorten groeien oorspronkelijk in bergbossen en kunnen prima in lichte schaduw staan.